De Berlijnse luchtbrug tijdens de Koude Oorlog
Een van de grootste bouwwerken die Hitler naliet heeft een ironisch genoeg een warm plekje in de harten van veel Berlijners. Tempelhof, gebouwd als grandioze toegangspoort tot ‘Germania’, de nieuwe hoofdstad van het Derde Rijk, behoedde velen na de oorlog voor een wisse hongerdood. Toen West-Duitsland in 1948 de D-Mark invoerde, besloot Sovjetleider Stalin alle toegangswegen naar West-Berlijn te blokkeren. De 2 miljoen West-Berlijners konden vanaf toen alleen nog door de lucht worden bevoorraad. Het was een geluk bij een ongeluk dat Tempelhof te vinden was aan de deze kant van de muur. De ‘Berlijnse luchtbrug’ was een monsteroperatie: bijna een jaar lang landde er elke minuut een vrachtvliegtuig. De bevoorradingsvliegtuigen werden bekend als de ‘Rosinenbomber’ (rozijnenbommenwerpers), omdat de piloten tijdens het aanvliegen doosjes rozijnen, zakjes snoep en chocoladerepen uit het raam gooiden naar de juichende kinderen. In totaal werd in bijna een jaar 2,3 miljoen ton vracht aangevoerd via 278.000 vluchten.
Het grootste stadspark van Berlijn
Na de sluiting van het vliegveld is jarenlang gesteggeld over een nieuwe bestemming. Inmiddels is Tempelhof het grootste stadspark van Berlijn. Op de landingsbanen kan men fietsen, joggen, skaten en kitesurfen, in het gras wordt geluierd, gevoetbald en gebarbecued. Regelmatig zijn er popfestivals en sportevenementen, hangars zijn omgebouwd tot sporthal of discotheek en kantoren tot kunstatelier of muziekstudio. Onder leiding van landschapsarchitect Eelco Hooftman verrijst aan de rand van het park een kleine woonwijk. Voor het historische luchthavengebouw hoeft niet te worden gevreesd: dat heeft een monumentenstatus.