Eén uur rijden van Oslo: Kongsberg
Op de berg die naar koning Christiaan IV is genoemd oefenden veel prijswinnende Noorse schansspringkampioenen hun kunsten. In het Skimuseum leert u dat hier kort na de Eerste Wereldoorlog de eerste aerodynamische springtechniek werd bedacht: de Kongsberger Techniek. Voor alpineskiërs is er het Kongsberg Skisenter met 10 pistes van groen tot zwart, een totale lengte van 10 kilometer en 330 meter hoogteverschil. Het zijn misschien niet de langste pistes van Noorwegen, maar op een uur van Oslo leent Kongsberg zich goed voor een sneeuwrijk dagtripje.
Twee uur rijden van Oslo: Lillehammer
‘Heb je de Olympische Spelen gezien in ’94? Het was prachtig. Schone lucht, verse witte sneeuw, knappe meiden...’ Aldus maffiabaas Frank Tagliano in de Noorse Netflix-serie ‘Lilyhammer’. Zijn Italiaanse designschoenen blijken niet bestand tegen die verse sneeuw, maar warme snowboots of stevige skischoenen zijn dat natuurlijk wel. Lillehammer aan het bevroren Mjøsa-meer is het beroemdste Noorse skioord, toch is het een piepklein dorp met precies 1 piste. Vlakbij liggen Kvitfjell en Hafjell, met respectievelijk 23 en 31 pistes.
Drie uur rijden van Oslo: Geilo
Geilo, in het ingesneeuwde, bergachtige binnenland halverwege Oslo en Bergen, is het oudste skioord van Noorwegen. Hier leerde koningin Sonja skiën en staan ’s lands meest luxueuze skilodges. Het dorp bestaat bij de gratie van de Bergenlijn, ook wel de mooiste spoorweg ter wereld genoemd. Toen deze in 1907 Geilo bereikte, reisde Oslo’s beau monde massaal hiernaartoe voor een portie winterpret. Er zijn 20 liften voor 39 pistes met een lengte van 33 kilometer. Behalve skiën kunt u hier ook langlaufen, snowboarden, telemarken, huskysleeën en kite-skiën.