Van middeleeuws bastion tot renaissancepaleis
De hoekige gebouwen met plompe torens en metersdikke muren met kantelen ogen intens middeleeuws, maar van binnen is het fort minder weerbarstig. Nadat allerlei invasiepogingen met legio kanonskogels waren afgeweerd, braken er meer ontspannen tijden aan. Koning Christiaan IV benutte die mogelijkheid om het kasteel om te bouwen tot een renaissancepaleis met majestueuze balzalen. Het complex, dat inmiddels veel verder reikt dan de vestingmuren, is nog altijd een militaire kazerne en het is ook de zetel van het ministerie van Defensie. Is er geen staatsbezoek, militaire ceremonie of andere officiële aangelegenheid, dan zijn bezoekers welkom in de kerkers, koninklijke vertrekken en kasteelkapel. Op eigen houtje rondwandelen kan, maar wie inzicht wil krijgen in de 700-jarige geschiedenis, boekt het best een rondleiding.
Picknicken op een executieplaats
Tegenwoordig is dit echt een plek om te ontspannen, maar er is in het fort aardig wat bloed vergoten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Noorse verzetsstrijders er door de nazi’s gefusilleerd, terwijl na de oorlog juist de collaborateurs aan de beurt waren. Hoe anders is het er nu. Op de met sappig gras begroeide vestingmuren is het prettig wandelen of picknicken met weids uitzicht over de haven en de stad. Er zijn twee musea te bezoeken. ’s Zomers is er een terras voor een kop koffie, broodje of koud biertje.