De stad staat vol paviljoenen
Op kunstzinnige wereldreis in Venetië
Het kloppend hart van de Biënnale bevindt zich op twee locaties: in de Giardini della Biennale (met het centrale paviljoen en de 29 landenpaviljoens) en in het Arsenaal, de historische scheepswerf van Venetië (nog eens 29 gebouwen). Het grootste paviljoen is van gastland Italië, waar onder de naam Codice Italia het werk van 15 Italiaanse kunstenaars te zien is. Andere landenpaviljoens huisvesten vooral solo-exposities. Zo wordt Australië vertegenwoordigd door beeldhouwster Fiona Hall en Noorwegen door geluidskunstenaar Camille Norment. Groot-Brittannië brengt de foto’s en collages van Sarah Lucas, Japan de wonderlijke installaties van Chiharu Shiota’s. De 56ste Biënnale van Venetië duurt van 9 mei tot en met 22 november 2015, dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur. Een open ticket voor de Giardini en het Arsenaal kost 23,50 euro en is te koop via www.labiennale.org . Meerdaagse tickets, rondleidingen en passe-partouts zijn alleen ter plekke te koop.
Herman de Vries in het Rietveldpaviljoen
Voor hun nationale paviljoens in Venetië hebben de deelnemende landen door de jaren heen hun toparchitecten aangetrokken: het Belgische paviljoen is van Léon Sneyers, het Zwitserse van Bruno Giacometti en het Finse van Alvar Aalto. Het Nederlandse paviljoen is ontworpen door Gerrit Rietveld en ging in 1954 voor het eerst open. In de stijl van het Nieuwe Bouwen bedacht hij een strakke blokkendoos met open ruimtes en veel daglicht. Hier staan de installaties van Herman de Vries, wiens werk is aangekocht door het Stedelijk Museum in Amsterdam, het V&A in Londen en het MoMA in New York.
