Van donker witbier tot pils
Het eerste bierbrouwergilde van Kopenhagen werd in 1525 opgericht. Het bestond uit enkele lokale brouwers, die zowel het volk als de koning en zijn leger moesten voorzien van bier. Een flinke klus, want het dagelijks rantsoen besloeg wel 10 liter per man. Traditioneel wordt er ‘hvidtøl’ gedronken, tot de late 19de eeuw was dit zelfs de enige Deense biersoort. Het laat zich vertalen als ‘witbier’, maar heeft in feite een vrij donkere kleur vanwege de gebrande mout die erin wordt verwerkt. In 1838 presenteerde J. C. Jacobsen een Beiers biertje aan de Deense koning. Dat werd volgens een modern proces gebrouwen, had een fijnere afdronk en was ook nog eens langer houdbaar. Het succes van dit bier leidde in 1847 tot de oprichting van de Carlsbergbrouwerij net buiten Kopenhagen. Een aantal jaren later begon ook Tuborg met het op grote schaal produceren van een pils. Deze lichte biersoort is tegenwoordig het meest gedronken bier van Denemarken.
Speciale Deense bieren
Denemarken telt meer dan 200 microbrouwerijen. Inmiddels zijn de Deense speciaalbiertjes niet meer weg te denken uit de kroegen. Dit bier wordt vaak vervaardigd met volledig natuurlijke ingrediënten uit de regio. Aanrader is het bier van het Amager Bryghus: deze rijpt in de fles en krijgt zo een volle, kruidige smaak. Ook lekker is de Møgelskår Hyldeknægt van de bierbrouwerij op het eiland Samsø, een bier dat licht naar karamel en vlierbloesem smaakt. Probeer ook eens een flesje Påskeøl (paasbier) of Juleøl (kerstbier). Deze bieren komen enkele weken voor respectievelijk Pasen en Kerst uit en belichamen voor de Denen het begin van de lente en winter.