De rijke fantasie van Santiago Calatrava
Na de overstroming van 1957 worden geen halve maatregelen genomen: de Turia wordt omgelegd. In de stad resteert daardoor een reusachtig oppervlak aan droge rivierbedding en dat biedt decennia later de vereiste ruimte voor een reuze ambitieus project. In 1996 wordt de eerste steen gelegd, 13 jaar later is de Stad van Kunsten en Wetenschappen compleet. Zeven gebouwen staan er nu, waaronder het Palau de les Arts, een operagebouw in de vorm van een zeilschip, het Museu de les Ciències, een kolossaal wetenschapsmuseum als een walvisskelet, en een van de laatste aanwinsten Àgora, een evenementenhal die twee gevouwen handen symboliseert. De eigenaardige bouwsels lijken als ufo’s te zijn neergedaald in de rivierbedding en zijn ontsproten aan het brein van Valencia’s beroemdste zoon: de wereldberoemde architect Santiago Calatrava. Zijn ‘sculpturen’ zijn verplichte kost voor liefhebbers van moderne architectuur, maar ook voor gemiddelde bezoekers biedt de Stad van Kunsten en Wetenschappen volop vertier.
‘Niet aanraken is verboden’
Het Museu de les Ciències is misschien wel het leukste wetenschapsmuseum ter wereld. ‘Es prohibix no tocar’ staat er geschreven – niet aanraken is verboden. Op 40.000 vierkante meter wordt inzicht verschaft in complexe zaken als zwaartekracht, de relativiteitstheorie en DNA. Dat klinkt stoffig, maar de objecten zijn fleurig en flashy, met beeld en geluid, toeters en bellen en vaker wel dan niet ook interactief. Het enige gebouw dat niet door Calatrava maar door collega Félix Candela werd ontworpen, is Oceanogràfic. Europa’s grootste aquarium bevat 42 miljoen liter water en herbergt 40.000 dieren, van kleurige kogelvissen tot koddige pinguïns.