Van krijgers tot vogels
Al voor u het museum betreedt, loopt u bij de ingang langs moderne kunstwerken en ook in de vestibule is lokale kunst te bewonderen. Net als de mooiste gebruiksvoorwerpen van inheemse stammen. Verderop is meer te vinden over deze volkeren en hun cultuur, zoals de uitrusting en kettingen van een Masaïkrijger. Het museum besteedt ook veel aandacht aan Afrikaanse dieren. Zo is er een zaal vol opgezette beesten, zoals herten, een leeuw en een giraf. Vooral de vogelcollectie is enorm. Van de neushoornvogel tot de viervleugelnachtzwaluw, er zijn vele soorten te bewonderen. Buiten het museum vindt u nog een reptielentuin met indrukwekkende slangen. Maar de interessantste expositie is misschien wel die over de evolutie van de mens. Hier worden bijzondere (afgietsels van) menselijke fossielen tentoongesteld, zoals het bijna complete skelet van de 1,6 miljoen oude Turkanajongen die bij het Turkanameer in Kenia werd gevonden. Ook de prehistorische schedels van oeroude voorvaderen geven een prachtig beeld van de evolutie.
Voor stropers was Ahmed een goudmijn
Olifant met bodyguards
Het pronkstuk van het museum is het skelet van een van Kenia’s beroemdste olifanten, Ahmed. Een groot beest met reusachtige slagtanden dat in 1919 werd geboren in het Marsabit Nationaal Park. Natuurbeschermers waren bang dat de mooie olifant door stropers zou worden afgeslacht vanwege zijn tanden. De toenmalige president Jomo Kenyatta bood Ahmed daarom vanaf 1970 24 uur per dag, 7 dagen per week bescherming. Hij zag er op toe dat het dier altijd werd gevolgd door 2 parkwachters. Ahmed is uiteindelijk 55 jaar geworden en stierf in 1974 een natuurlijke dood.
