Antieke meubelen sieren het interieur
Van spectaculair stadhuis tot Koninklijk Paleis
Als belangrijkste handelsstad ter wereld vergde Amsterdam in de 17de eeuw dringend een representatief stadhuis. De Dam, het historische hart van de stad, was hiervoor de uitgelezen locatie. Bij zijn voltooiing in 1665 was het stadhuis, dat op 13.659 houten palen rustte, het grootste publieke gebouw van Europa. De Amsterdammers waren trots; de befaamde Nederlandse dichter Joost van den Vondel vergeleek het prachtige bouwwerk zelfs met ‘een bruid op haar trouwdag om wie iedereen heen danst’. Pas in 1808 kreeg het prachtige pand een koninklijk tintje, toen koning Lodewijk Napoleon, de broer van de Franse keizer, het liet inrichten als woonpaleis. Lang kon Lodewijk Napoleon er echter niet van genieten, na de nederlaag van zijn broer in 1813 gaf Prins Willem van Oranje het paleis terug aan de stad Amsterdam. Maar de unieke collectie empiremeubelen van Lodewijk Napoleon is er nog steeds te bewonderen. Er zijn ongeveer 2.000 stukken te zien, van houten en gestoffeerde meubels tot bronzen kroonluchters en originele wandtapijten.
Pronkstukken uit de Gouden Eeuw
In het paleis zijn 17 werkelijk majestueuze zalen, kamers en galerijen te bezichtigen. Een speciale vermelding waard is de Burgerzaal, het grootste vertrek in het paleis. Deze ruimte stelt het universum voor; in de marmeren vloer zijn kaarten verwerkt van de noordelijke sterrenhemel en het oostelijk en westelijk halfrond. Het paleis is nog wel het meest de moeite van een bezoek waard tijdens de jaarlijkse tentoonstellingen, in de zomer en herfst. ’s Zomers kunt u zich hier verdiepen in de rijke geschiedenis van het gebouw en de pronkstukken uit de Gouden Eeuw, terwijl in de herfst hedendaagse jonge, talentvolle kunstenaars centraal staan in het kader van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderskunst.
